In tegenstelling tot de overige dialecten in Vlaanderen (die op het West-Nederfrankisch teruggaan) behoort het Limburgs tot de Oost-Nederfrankische tak van de Germaanse taalfamilie. De Brabantse en Vlaamse dialecten zijn de rechtstreekse voorouders van onze Nederlandse standaardtaal, maar het Limburgs en dus ons Vallers dialect is er slechts in de tweede graad, als een tante, mee verwant.*8
​​​​​​​Limburgers nog toongevoeliger dan gedacht
Limburgers staan bekend om hun zangerige spraak. Ze blijken ook erg goed in het horen van hele subtiele woordmelodieverschillen. Het Limburgs is een zogenoemde toontaal. In het Limburgs kan de melodie waarmee een woord wordt uitgesproken de betekenis veranderen. Dit fenomeen, genaamd lexicale toon, kent het standaard Nederlands niet en het geeft het Limburgs zijn kenmerkende zangerige klank.

Limburgs is geen Chinees
Het toonsysteem van het Limburgs verschilt sterk van typisch onderzochte toontalen zoals het Mandarijn Chinees, onder andere doordat de precieze uitspraak van de Limburgse woordmelodieën verandert afhankelijk van bijvoorbeeld de positie van het woord in de zin. Door te bestuderen hoe sprekers van het Limburgs toon verwerken kunnen we te weten komen of deze verschillen consequenties hebben voor het leren van een toonsysteem. *9

Toon speelt in de grammatica van veel Limburgse dialecten een prominente rol. Het verschil in toon zorgt ervoor dat ‘haas’ uitgesproken met een dalend toonhoogteverloop iets anders betekent dan ‘haas’ met een stijgend toonhoogteverloop. Met toon 1 is het een haas, met toon 2 een handschoen. Voor veel Limburgse kinderen is het dus heel belangrijk dat ze dit verschil horen. Voor kinderen die opgroeien met het Standaardnederlands, is dit niet relevant.
Volgens de onderzoeker laat dit precies zien waarin de verschillen zitten tussen het Mandarijn Chinees en het Limburgs. “Het Mandarijn heeft vier tonen en het Limburgs twee. Op basis daarvan zou je misschien denken dat het toonsysteem van het Limburgs minder complex is. Maar zo simpel ligt het niet. In het Limburgs gaat toon een ingewikkeld samenspel aan met intonatie, en daardoor zijn er eigenlijk wel zestien verschillende tonen. Dat maakt het Limburgs uniek. En daardoor herkennen de Limburgers zo veel toonhoogtevariaties.”
De twee tonen van het Limburgs gaan een ingewikkeld samenspel aan met intonatie: de toon verschilt naargelang het type zin (vraag of mededeling), of het woord de zinsklemtoon heeft of niet, en de plaats van het woord in de zin (voor of achteraan). Daarom kent het  
Limburgs eigenlijk 8 (2×2×2) x 2 is 16 verschillende tonen
Want hoewel woordparen als ‘haas’ met toon 1 en met toon 2 heel mediageniek zijn, komen ze in het Limburgs ook weer niet zo heel veel voor. Ook daarin verschilt het Limburgs van het Chinees. Eigenlijk lijkt het Limburgse toonsysteem meer op dat van het Noors en het Zweeds. Daarom heeft Ramachers al contact gelegd in Scandinavië voor vervolgonderzoek.
Dat is ook nog zoiets: dat Noren en Zweden zangerig praten, vinden we over het algemeen heel gewoon. Maar voor de afwijkende melodie van het Limburgs hebben Nederlanders niet altijd begrip. Ramachers merkt dat die houding verandert als mensen kennis nemen van haar onderzoek. “Ze begrijpen ineens dat toon onderdeel is van de Limburgse grammatica. Een ook Limburgers zelf snappen beter hoe hun taal in elkaar zit. Als dat het effect is van mijn onderzoek vind ik dat heel mooi.” *10
Toon komt niet in alle dialecten van Limburg voor. Grofweg komt het voor in de dialecten vanaf Venlo naar het zuiden. Maar er is ook nog een westelijke strook van de provincie die het niet heeft (Weert bijvoorbeeld). Bovendien is de tonale grammatica per dialect ook nog eens verschillend.
Bibliografie

*8 Dialecten en naamgeving in Haspengouw, samenstelling Jan Segers

*9 Limburgers nog toongevoeliger dan gedacht

*10 Limburgse oren zijn gespitst op toon
Back to Top